Digitize Me, een nieuw project bij JES Brussels, is een interactief programma waarbij onder andere mediawijsheid, online privacy, accountbeheer, digitale platformen, computational thinking en de digitale zoektocht naar opleiding en werk wordt belicht. Het begon allemaal bij een oproep van de Stichting P&V. Siemon, trajectbegeleider bij JES Brussels, verduidelijkt hoe het project tot stand is gekomen.

Wat was de aanleiding om het project op te starten?

Door de coronacrisis werd het duidelijk dat er een schrijnend tekort was aan digitale mogelijkheden voor jongeren die naar school gingen maar ineens van thuis uit via de computer les moesten volgen of andere activiteiten online moesten doen. De Stichting P&V heeft toen een oproep gelanceerd dat ze 1 miljoen euro vrij zouden maken voor organisaties die de groeiende onderwijskloof en de digitale kloof als gevolg van de coronacrisis proberen te dichten. 47 samen met de Koning Boudewijnstichting geselecteerde organisaties zullen zorgen voor nieuwe laptops voor 1300 jongeren in heel België. Wij, bij JES, merkten de problematiek natuurlijk ook al redelijk snel. Op een korte tijd moesten wij met ons opleidingsaanbod overschakelen naar een digitale vorm. Toen hadden we al snel door dat heel weinig van onze jongeren bereikbaar zijn via een laptop, maar louter via hun telefoon. En dat terwijl bijna alles tijdens de coronacrisis via het internet moet gebeuren. Of het nu gaat om het vinden van werk, of het bereiken van vakbonden of CAW’s… Bijna al die services zijn tegenwoordig digitaal. Maar, wij wilden niet zomaar een laptop geven. Wij geloven er niet in dat je gewoon een laptop kan geven en dat het dan goedkomt. JES wilt een omkadering bieden, ervoor zorgen dat jongeren er effectief bezig mee zullen zijn en ermee kunnen werken. Dan pas zijn ze vertrokken. Met dat idee in het achterhoofd hebben we een opleidingsaanbod uitgewerkt en ons dossier ingediend. We werden geselecteerd en we kregen maar liefst 40 laptops! Zo werd Digitize Me geboren.

Dus de opleiding is al begonnen?

Ja, onlangs hebben we de eerste groep afgerond. Maar afgelopen weken zijn een beetje raar verlopen. Normaal krijgen ze dus een laptop na het einde van de rit en wilden we die niet zomaar meegeven zonder omkadering. Maar na twee stevige, intensieve sessies waarbij de gasten veel informatie in één keer moesten verwerken, moesten we in lockdown. Dus toen hebben we toch maar gezegd dat ze de laptop mochten meenemen. Toen zijn we de sessies online beginnen geven in de hoop dat dat wat lukte. En het is gelukt. Via via zijn er ook al heel wat geïnteresseerden bijgekomen dus we zijn nu ook aan het nadenken om in de vakanties een digitaal kamp te organiseren.

Welke jongeren bereik je met Digitize Me?

In principe hadden we gezegd om het project met jongeren te doen tussen de leeftijd van 16 en 25 jaar. Maar we kregen redelijk wat signalen van mensen over de 25 jaar. Na een babbel met de Stichting P&V hebben zij gezegd dat we het uitzonderlijk ook met jongeren tussen 25 en 30 mochten doen, maar liefst zoveel mogelijk jongere mensen aangezien het project aanvankelijk was gelimiteerd tot 25 jaar. Voor de rest is het belangrijk dat de jongeren reeds in begeleiding zijn bij JES, of het nu bij opleidingen is, bij deeltijds onderwijs, of de NEET-jongeren die bij ons in begeleiding zijn. Maar we gaan zeker ook de poort openzetten naar jongeren die via de andere werkingen, jeugdwerk en straathoekwerk, binnenstromen. We proberen er ook wel echt voor te zorgen dat de sessies plaatsvinden op het juiste moment in het traject van de jongere. Want we doen ze er geen cadeau mee om hen gewoon een cadeau te geven en te zeggen “doe maar!”. Het zijn dus vooral jongeren die in functie van een opleiding, werk of school een laptop nodig hebben.

Archiefbeeld: Raïsa Vandamme

Wij geloven er niet in dat je gewoon een laptop kan geven en dat het dan goedkomt. JES wilt een omkadering bieden, ervoor zorgen dat jongeren er effectief bezig mee zullen zijn en ermee kunnen werken.

Archiefbeeld: Raïsa Vandamme

Ik had ook gewoon de computers zelf kunnen installeren, klaarmaken en zeggen: “hier, werk er maar mee.” Maar dat wou ik echt niet.

Kan je het project een beetje omschrijven?

In principe zijn er 8 sessies: korte vormingssessies die we zoveel mogelijk interactief wilden doen, maar ja, corona. Dus de klassieke dingen zitten erin: een cursus, vormingen, maar ook wel activiteiten met de computer waarbij het fungehalte gerust hoog mag zijn. Ze mogen zeker wat spelletjes spelen. Als een jongere met een computer naar huis gaat, en die gasten zijn nu 2-3 weken aan het onderzoeken hoe dat ze computerspelletjes moeten spelen, dat is de beste leerschool ever, hè. Want ze zijn bezig met die computer, ze leren die kennen. Als ze daardoor leren dat ze communicatief kunnen zijn met een computer, tant mieux. Verder zijn we ook bezig met andere communicatiemiddelen: Zoom, WhatsApp, Facebook, documenten doorsturen… alles wat communicatie is. Dan kijken we ook hoe dat we de jongeren op maat kunnen helpen met specifieke vragen zoals: Waar vind ik informatie over kindergeld? Waar kan ik mijn vakbond opzoeken? Of waar kan ik online hulp vinden?

Wat ik ook leuk vond om te doen was een soort van unboxing proces. Dus ik heb het hele proces van het uit de doos halen tot het installeren van de laptop uitgelegd. Dat is belangrijk want zo maken ze het echt hun eigen computer. Daarbij komen bijvoorbeeld ook heel wat vragen rond privacy aan bod. Ik had ook gewoon de computers zelf kunnen installeren, klaarmaken en zeggen: “hier, werk er maar mee.” Maar dat wou ik echt niet. Wij zetten in op het inclusief zijn, het werken over iets. Niet zomaar leren werken met internet, maar het leren werken met internet in functie an iets. Een job zoeken bijvoorbeeld.

Toen we juist in lockdown gingen hebben we een groot stuk van onze opleidingen die op dat moment aan de gang waren digitaal gemaakt. Dus onszelf gefilmd en die filmpjes naar de jongeren doorsturen. De opleiding ging door in WhatsAppgroepjes. Maar toen bleek dus ook dat de meeste gasten louter bereikbaar waren met de telefoon. Het viel ons hard op dat veel mensen geen laptop thuis hebben, of toch heel beperkt. Zo kwamen we dan te weten dat les volgen voor heel wat mensen dus ook een probleem was. Daarom viel de keuze dus ook op dit project verder te zetten met jongeren die reeds bij ons in begeleiding zijn in plaats van er een nieuw, extern project van te maken met nieuwe jongeren. We willen eerst onze jongeren de kans geven om die laptop te krijgen en daarmee aan de slag gegaan. Dus die gasten hebben afgelopen weken volop les gevolgd via Zoom en dat functioneerde heel goed. Het is wel gekkenwerk als je erover nadenkt. We leren mensen met een computer werken op een computer via Zoom. Dat is eigenlijk absurd, maar we doen het toch maar. Er zit ook heel veel zelfstudie in, we geven veel initiatief en weinig opdrachten. We vervullen een soort van online helpdeskrol. “Dit zijn de mogelijkheden, probeer dat eens uit.” We zijn er als ze blokkeren, als ze vragen hebben…

De thema’s die we behandelen zijn onder andere mediawijsheid, cybersecurity, privacy, wachtwoordbeheer, Google… We moeten ook echt stilstaan bij het verschil tussen een smartphone en een laptop. Onlangs kreeg ik de vraag hoe je in Word iets moet delen, want dat lukte niet. En dan moest ik zeggen: “Neen, dat werkt niet met Word.” Dat is een smartphonegeneratie, hè. Die moeten terug een beetje omgebouwd worden. We maken ze ook echt duidelijk dat een computer niet op dezelfde manier als hen redeneert, we proberen ze een stuk inzicht te brengen en vooral ook angst weg te nemen voor iets te doen. Gewoon proberen en als het niet lukt, ook oké.

Wanneer is voor jou de opzet geslaagd?

De opzet is geslaagd wanneer de jongeren, die nooit thuis een computer thuis hadden, nu online les aan het volgen zijn of hun begeleidingen aan het doen zijn. Dat is het resultaat dat ik wil hebben. Dat je iemand online krijgt en dat je iemand die in een redelijk hermetisch gesloten bubbel toch digitaal kan bereiken. Dat is fantastisch. Alles wat daarbij komt, is meer een meerwaarde.

Interview: Kirsten Bogaerts – januari 2021

coronaopleidingen