BINT, safe space voor meisjes

...

Meisjes in kwetsbare posities versterken

JES-Signaalwerker Frederik interviewt Clara, straathoekwerkster van project BINT. Via straathoekwerk versterkt ze het mentaal welzijn van vrouwen en meisjes in kwetsbare posities.

Welkom, Clara. Jij bent nu al meer dan een jaar aan de slag als straathoekwerkster voor het Bint-project, tijd dus voor een kleine recap en blik op de toekomst. Als mensen je vragen om Bint in vier zinnen het uit te leggen, wat zeg je dan?

Wel, het Bint-project is een project waar de focus ligt op het mentaal welzijn van vrouwen en meisjes tussen de 15 en 26 jaar oud, voornamelijk in de buurten Anneessens, Molenbeek en in een volgende periode Kuregem. Het project loopt over een termijn van twee jaar en ik ben van start gegaan in mei 2024. Via de straathoekwerk-werkvorm trachten we vrouwen en meisjes te bereiken die zich in kwetsbare posities bevinden en moeilijker hun plek vinden bij andere organisaties. Dit doen we zowel individueel als collectief. Samen met de meisjes doorlopen we een zeker traject rond persoonlijke hulpvragen om opnieuw aansluiting te vinden in de samenleving.

Het collectief luik bestaat dan weer uit groepsactiviteiten. Dit kan een laagdrempelige eerste stap zijn om een relatie aan te gaan, maar biedt ook de mogelijkheid om een zeker isolement te doorbreken, competenties en talenten te ontdekken en vrouwen in het algemeen te versterken zodat ze hun vleugels kunnen uitslaan. Zo doen we bijvoorbeeld aan boksen, maken we culturele uitstappen en willen we ook lessen zelfverdediging aanbieden. We gaan ook met de meisjes werken aan een podcast over mentaal welzijn. Een ander belangrijk kenmerk van het project is dat we een safe space willen zijn voor deze vrouwen. De publieke ruimte is voornamelijk ingericht voor en door mannen waardoor we de nood opmerkten voor een veilige plek voor vrouwen in een kwetsbare situatie Zo hebben we nu een plaats op JES ingericht enkel toegankelijk voor vrouwen en meisjes waar we twee maal per week een permanentie houden en waar groepsactiviteiten kunnen plaats vinden. Tot slot willen we ook drempels wegwerken richting andere eerstelijnsorganisaties en psychologische hulpverlening door bruggen te bouwen én te signaleren.

Zo, niet makkelijk om dit kort en bondig te duiden, maar ik denk dat dit toch een volledig beeld weergeeft van het Bint-project. 

Samen met de meisjes doorlopen we persoonlijke hulpvragen. Via groepsactiviteiten proberen we isolement te doorbreken, talenten te ontdekken en competenties te versterken.

Ik vertrek vanuit de leefwereld van de meisjes en luister naar hen zonder te oordelen.

Alright! Je hebt die vier zinnen inderdaad ruim overschreden. Het is dan ook niet makkelijk om een project dat op zoveel facetten inspeelt beknopt en compleet uit te leggen. Vanuit welke waarden ga je eigenlijk te werk en hoe maak je contact met de meisjes?

Ik vertrek eigenlijk vanuit algemene waarden en principes die gelden voor het straathoekwerk in het algemeen. Aanwezig zijn in de leefwereld van de meisjes, actief luisteren, niet-oordelen en onvoorwaardelijkheid. Als straathoekwerker, gaan we mee op het ritme de noden van de persoon die we begeleiden. Dit is belangrijk om een vertrouwensrelatie te kunnen opbouwen die de basis vormt voor het verdere verloop van je begeleiding.

De manier van contact leggen met de vrouwen en meisjes is dan weer wel wat anders. Bij jongens zal dit eerder in de publieke ruimte zijn aangezien zij hier explicieter aanwezig zijn dan meisjes. Wat voor mij momenteel goed werkt, is via partnerorganisaties in contact treden met meisjes. Een tweede manier die heel goed werkt is via mond- aan-mond reclame. Dit vergt wel wat meer tijd in het begin want je moet wat bekendheid vergaren, maar eens dat gebeurd is gaat het zeer vlot om op die manier nieuwe meisjes te bereiken.

Je komt waarschijnlijk ook in aanraking met uiteenlopende hulpvragen en drempels die deze jonge vrouwen tegenkomen. Wat is er je het meest opgevallen de afgelopen periode?

Wat er mij vooral opvalt is de verscheidenheid aan geweld waar deze jonge vrouwen mee te maken krijgen. Zo ben ik echt verschoten dat éénzelfde persoon verschillende keren slachtoffer is geweest en nog steeds is van uiteenlopende soorten van geweld…

Het merendeel van de vrouwen dat ik bereik is zich bewust van hun fragiele situatie op vlak van mentaal welzijn, gelinkt aan dit geweld. Het ontbreek hun vaak aan hulpmiddelen, hulpbronnen of steun om deze fragiliteit te doorbreken, maar ze zijn zich bewust van de impact die dit heeft op hun mentaal welbevinden.

In het begin dacht ik dat we veel tijd gingen steken ik het werken rond de bewustwording over dit onrecht, wat uiteindelijk helemaal niet het geval is. Wel missen deze vrouwen een plaats om hierover te kunnen spreken en de zaken te kunnen benoemen. Met het straathoekwerk proberen we zo’n plaats aan te bieden waar deze onderwerpen benoemd kunnen en mogen worden.

De meeste jonge vrouwen hier zijn zich bewust van hun fragiele situatie. Ze missen een plek om die te benoemen.

Hoe geef je een antwoord op de uiteenlopende noden van meisjes?

De nood aan een plek om hierover te spreken komt duidelijk naar voor. Welke noden leven er zo nog bij de meisjes en vrouwen en hoe probeer je hierop een antwoord te bieden?

Door Bint komen we in contact met vele levensdomeinen van de meisjes. Dat maakt dat er ook een grote verscheidenheid zit in de noden die naar boven komen. Als ik het wat probeer te veralgemenen zien we dat er twee niveaus ontstaan. Je hebt een deel basisbehoeften zoals onderdak, voeding en hygiëne die moeilijk vervuld raken en die zichtbaar een obstakel vormen voor veel meisjes.

Eens dat het contact diepgaander wordt, komen we in aanraking met de secundaire noden die nauwer aansluiten bij het mentaal welzijnsluik van het project, zoals het doorbreken van het sociaal isolement, kennis en toegang tot basisrechten en toegang tot gezondheidzorg.

Veel van hen hebben in het verleden slechte ervaringen gehad met de hulpverlening waardoor er een grote argwaan heerst en de drempel tot instanties hoog is. Hiernaast maakt een formeel kader zoals wachtlijsten of toegangscriteria, dat de afstand tussen jongeren en hulpverlening vergroot wordt. Voor veel jongeren is het een te grote stap om zich rechtstreeks te richten naar deze diensten. Via het straathoekwerk proberen we hier de lijm of een brug te zijn door samen met hen de stap te zetten naar een psycholoog, gynaecoloog of andere. Dit is vaak geruststellend en we doen dit tot een er zich een autonomie installeert waardoor onze aanwezigheid niet meer nodig is.

Met Bint probeert het straathoekwerk uitdrukkelijk de link te leggen met organisaties en diensten die werken rond het bevorderen van mentaal welzijn bij vrouwen en meisjes. Wat kan er beter en wat loopt er goed volgens jou?

Er zijn heel wat organisaties of instanties die werken rond mentaal welzijn en we hebben al enkele zeer kwalitatieve partnerschappen kunnen aangaan. Dit is tot zover al een heel positief verhaal. Al denk ik wel dat het nog beter kan. Er kan nog meer ingezet worden op de communicatie tussen diensten en het aangaan van samenwerkingsverbanden. Een prioriteit van de hulp en dienstverleningssector moet gaan over de toegankelijkheid ervan. De spreekwoordelijke afstand is voor veel jongeren nog steeds te groot.

Heb je het gevoel dat Brussel genoeg perspectief en toekomst biedt voor meisjes en vrouwen?

Dit is misschien niet helemaal de verantwoordelijkheid van Brussel, maar ik merk wel degelijk het belang van plekken enkel voor vrouwen in de stad. Momenteel zijn er nog te weinig zo’n plaatsen. De veiligheid, steun en impact dat dergelijke initiatieven kan bieden voor vrouwen in kwetsbare posities is groot.

Daarnaast moet Brussel investeren in informatieverspreiding. Veel van de vrouwen die ik spreek weten niet wat er allemaal bestaat aan diensten, organisaties en instanties. Brussel kan hier een trekkersrol opnemen om dit te bundelen, actueel te houden, zichtbaar te maken maar ook deze informatie op de plaatsen te krijgen waar het nodig is.

De afstand tussen jongeren en dienstverlening is nog té groot. Zet in op communicatie en samenwerking.

Een echte vertrouwensrelatie opbouwen vraagt tijd en de nood is groot. Ik hoop dan ook dat we Bint na twee jaar mogen verderzetten.

Om af te ronden: stel dat we hier binnen een jaar opnieuw over spreken, wat hoop je dan te kunnen vertellen?

Allereerst hoop ik je dan te kunnen vertellen dat het project Bint verlengd is. Twee jaar is heel kort voor dit soort project gezien de noden heel groot zijn. Je moet weten dat straathoekwerk tijd vraagt. Tijd om een kwalitatieve vertrouwensrelatie op te bouwen met je doelpubliek. Maar begeleidingen verlopen niet altijd rechtlijnig omdat er bijvoorbeeld trauma’s aanwezig zijn. Soms stilstaan of even een stap terug zijn nun eenmaal deel van het traject.

Vervolgens hoop ik dat dergelijke projecten meer ontstaan en aan meer bekendheid winnen in de stad. We hebben veel meer straathoekwerkers nodig die tijd en ruimte krijgen om op deze kwalitatieve manier te werken met mensen in precaire situaties.

Merci voor dit gesprek, Clara. We kregen een mooie kijk op Bint, jouw rol als straathoekwerker en de maatschappelijke context. Bedankt voor je openheid. We spreken je graag terug binnen een jaar.